Verzorgingstips

Pampasgras is een hele gemakkelijke plant!

 

Standplaats:

De mooiste standplaats is een zonnige standplaats. Dan zal de plant het beste groeien en bloeien. In de schaduw of halfschaduw doet hij het ook, maar iets minder uitbundig.

 

Planten vanuit een pot:

De planten groeien het liefst in de volle grond. Indien gewenst kunnen ze ook in een pot, maar dan wel het liefst een ruim bemeten pot.

Maak een gat, iets dieper dan de kluit in de grond. Haal de plant uit de pot en zet hem in het gat. Het gat aanvullen met losse grond, zodat er nog een heel klein beetje op de kluit zelf komt. Een cm of 2. Dit voorkomt het snel uitdrogen van de kluit de eerste periode na het planten.

De plantafstand op de lange termijn is het beste als u ze ongeveer 1 m uit elkaar zet. Wilt u er echter een haag van maken, of heeft u kleine planten gekocht, dan kunt u ze dichter bij elkaar zetten. Net hoe snel u een dichte haag wilt hebben. Wellicht kunt u in de loop der jaren dan een plant er tussen uit halen als ze te dicht op elkaar gaan groeien.

 

Planten vanuit de volle grond:

Zie verplanten, onder aan deze pagina.

 

Water geven:

Net na het planten is het belangrijk om de plant voldoende water te geven. De plant is geschrokken van het uitspitten en zal altijd wat bruin wegtrekken na het verplanten. Het is een stuk netter als u hem na het planten terug snoeit tot ongeveer kniehoogte. De plant is nog niet geworteld in de grond eromheen, dus hij is volledig afhankelijk van het water dat u hem geeft. Verwacht niet te veel van het regenwater, hij heeft zeker in een droge periode na het poten wat extra water nodig.

Als hij eenmaal aangeslagen is, dan red hij het vaak wel. Is de grond echter zeer doorlaatbaar, zoals op zandgronden, dan in droge periodes water geven. 

Begint de plant bruin weg te trekken, dan heeft u te lang gewacht, maar is de plant nog niet verloren. Gewoon weer water geven en hij trekt weer langzaam bij.

 

Bemesten

Ze mogen ieder jaar bij gemest worden. Liefst met natuurlijke meststoffen, want daar zitten heel veel elementen in en dat vind het bodemleven ook het meest prettig. Bijvoorbeeld koemestkorrels. Als u goed voor de bodem zorgt, dan zorgt de bodem goed voor uw planten.

 

Pluimen knippen.

Pas op het blad is scherp. Advies om handschoenen te dragen bij het knippen.

De pluimen komen meestal vanaf half augustus. Als u ze wilt knippen, wacht dan tot ze vol in de bloei staan. Een pluim zal in de vaas niet gemakkelijk verder open gaan. Dus als de onderkant nog erg dicht tegen de steel zit, is het beter om nog te wachten met knippen.

De pluimen kunnen in een vaas met water, maar het mooist is het om ze te drogen. Gewoon in een vaas zonder water.

 

Snoeien.

De plant hoeft niet gesnoeid te worden. Het is net wat u zelf mooi vindt. Wilt u dat de plant zo groot mogelijk wordt, dan kunt het beste niets doen, of de minst mooie sprieten eruit knippen. Wilt u hem toch snoeien omdat u met een frisse plant wilt beginnen, dan kan dit in het voorjaar. Eind maart, begin april. Bent u te laat, geen probleem. Het is een makkelijke plant. Als u hem eind april snoeit dan is hij al wat aan het groeien, dus hij moet weer overnieuw beginnen. Geen probleem, het is een gemakkelijke plant, hij gaat gewoon weer verder met groeien.

De plant moet vol met gras de winter in. Zo beschermt hij zichzelf tegen de vorst. 

 

 

Verplanten:

Als u besluit de plant op een andere plek te zetten, dan is dit het beste om het in april te doen. Gewoon met een stevige schep rondom afsteken en de plant uit de grond wippen.

Vervolgens de kluit wat afsteken en wat grond eraf halen.

Het nieuwe gat iets dieper maken dan de kluit, maar niet veel. Een cm of 5 is voldoende. Zorg dat de kluit overal de grond goed raakt om zijn nieuwe wortels weer aan te laten slaan. 

Een beetje potgrond in het nieuw gat waar de plant moet komen zal de beworteling bevorderen. 

De plant is er erg van geschrokken, dus zal weer helemaal opnieuw moeten beginnen. Goed water geven is nu erg belangrijk.

 

Vragen?

Stuur maar een mailtje of bel me maar op.